Inflexiones de zinkender [adj.]
Nominativzinkendere
Akkusativzinkenderen
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkendere
Akkusativzinkendere
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkendere
Akkusativzinkendere
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkenderen
Akkusativzinkenderen
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkenderer
Akkusativzinkenderen
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkendere
Akkusativzinkendere
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkenderes
Akkusativzinkenderes
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkenderen
Akkusativzinkenderen
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderen
Nominativzinkenderer
Akkusativzinkenderen
Dativzinkenderem
Genitivzinkenderen
Nominativzinkendere
Akkusativzinkendere
Dativzinkenderer
Genitivzinkenderer
Nominativzinkenderes
Akkusativzinkenderes
Dativzinkenderem
Genitivzinkenderen
Nominativzinkendere
Akkusativzinkendere
Dativzinkenderen
Genitivzinkenderer
(Pos.)zinkender
(Komp.)zinkenderer
(Super.)zinkenderst
Otras palabras (mismo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 palabras)