Inflexiones de normierender [adj.]
Nominativnormierendere
Akkusativnormierenderen
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierendere
Akkusativnormierendere
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierendere
Akkusativnormierendere
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierenderen
Akkusativnormierenderen
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierenderer
Akkusativnormierenderen
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierendere
Akkusativnormierendere
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierenderes
Akkusativnormierenderes
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierenderen
Akkusativnormierenderen
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderen
Nominativnormierenderer
Akkusativnormierenderen
Dativnormierenderem
Genitivnormierenderen
Nominativnormierendere
Akkusativnormierendere
Dativnormierenderer
Genitivnormierenderer
Nominativnormierenderes
Akkusativnormierenderes
Dativnormierenderem
Genitivnormierenderen
Nominativnormierendere
Akkusativnormierendere
Dativnormierenderen
Genitivnormierenderer
(Pos.)normierender
(Komp.)normierenderer
(Super.)normierenderst
Otras palabras (mismo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 palabras)