Conjugación de improvisierend

Inflexiones de improvisierend [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierenden

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Feminin - Singular

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierende

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Neutrum - Singular

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierende

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Plural

Nominativimprovisierenden

Akkusativimprovisierenden

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativimprovisierender

Akkusativimprovisierenden

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Feminin - Singular

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierende

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Neutrum - Singular

Nominativimprovisierendes

Akkusativimprovisierendes

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Plural

Nominativimprovisierenden

Akkusativimprovisierenden

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierenden

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativimprovisierender

Akkusativimprovisierenden

Dativimprovisierendem

Genitivimprovisierenden

Feminin - Singular

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierende

Dativimprovisierender

Genitivimprovisierender

Neutrum - Singular

Nominativimprovisierendes

Akkusativimprovisierendes

Dativimprovisierendem

Genitivimprovisierenden

Plural

Nominativimprovisierende

Akkusativimprovisierende

Dativimprovisierenden

Genitivimprovisierender

Komparativ / Superlativ

(Pos.)improvisierend

(Komp.)improvisierender

(Super.)improvisierendst

improvisierend

Abrevaciones

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ