Conjugación de gargekochter

Inflexiones de gargekochter [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochteren

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Feminin - Singular

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochtere

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Neutrum - Singular

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochtere

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Plural

Nominativgargekochteren

Akkusativgargekochteren

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativgargekochterer

Akkusativgargekochteren

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Feminin - Singular

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochtere

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Neutrum - Singular

Nominativgargekochteres

Akkusativgargekochteres

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Plural

Nominativgargekochteren

Akkusativgargekochteren

Dativgargekochteren

Genitivgargekochteren

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativgargekochterer

Akkusativgargekochteren

Dativgargekochterem

Genitivgargekochteren

Feminin - Singular

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochtere

Dativgargekochterer

Genitivgargekochterer

Neutrum - Singular

Nominativgargekochteres

Akkusativgargekochteres

Dativgargekochterem

Genitivgargekochteren

Plural

Nominativgargekochtere

Akkusativgargekochtere

Dativgargekochteren

Genitivgargekochterer

Komparativ / Superlativ

(Pos.)gargekochter

(Komp.)gargekochterer

(Super.)gargekochterst

gargekochter

Abrevaciones

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ